Schatkistbankieren
Decentrale overheden zijn met ingang van 2013 verplicht gaan schatkistbankieren. Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Doel is om de EMU-schuld te verminderen. Er is sprake van een optische verbetering want de totale schuldpositie van de gezamenlijke overheden wijzigt niet. De deelnemende instellingen houden hun publieke middelen aan op een eigen rekening-courant bij het ministerie van Financiën. Alle decentrale overheden zijn aangesloten op de schatkist, ook als een decentrale overheid geen overtollige middelen heeft. Deelnemende gemeenten regelen het betalingsverkeer via de eigen bank(en). Een eventueel negatief saldo op de bankrekening(en) wordt aangezuiverd vanaf de rekening-courant die de gemeente heeft bij het ministerie van Financiën. Andersom wordt een positief saldo op deze bankrekening juist afgeroomd ten gunste van de rekening-courant van de gemeente bij het ministerie van Financiën.
Er is een doelmatigheidsdrempel van 2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 1.000.000 per gemeente tot een maximum van € 500.000.000 euro. Voor Stein is deze gemiddelde drempel per kwartaal 2% x € 91.717.000 (het begrotingstotaal per 1/1/2026) = € 1.834.340.
Op momenten dat de gemeente Stein over overtollige middelen beschikt zal dat in de schatkist ondergebracht worden. Het rentetarief van dit schatkistbankieren bedraagt per 1 juli 2025 circa 1,9%. Het is voor gemeenten mogelijk om overtollige middelen uit te lenen aan andere overheden, en daarmee een beter rendement te halen dan bij de schatkist. Hierbij bestaat de mogelijkheid om leningen die door BNG Bank aan een gemeente zijn verstrekt, over te dragen aan decentrale overheden die over overtollige middelen beschikken. Indien de BNG Bank een aan de gemeente verstrekte lening overdraagt aan een andere decentrale overheid, dan wordt deze andere decentrale overheid de nieuwe crediteur. Rente en aflossing zijn in dat geval niet langer verschuldigd aan BNG Bank, maar aan de decentrale overheid die de vordering heeft overgenomen. De voorwaarden van de lening blijven in geval van overdracht onveranderd. Cessie van vorderingen behoeft op grond van het Burgerlijk Wetboek geen instemming van de kredietnemer.
