Risicobeheer
Met risico’s wordt bedoeld renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitenrisico’s, koersrisico’s en debiteurenrisico’s. Het beheersen van risico’s komt tot uitdrukking via het gebruik van de instrumenten kasgeldlimiet en renterisiconorm. Beide instrumenten hebben tot doel het renterisico te begrenzen dat verbonden is aan financiering met korte en lange schuld.
Renterisico op vlottende schuld
Om het renterisico op de netto vlottende schuld te beheersen mogen gemeenten voor hun financieringsbehoefte niet onbeperkt kort geld aantrekken. Het aantrekken van kort geld is normaliter goedkoper dan lang geld, maar is ook aan fluctuaties onderhevig. De maximale toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de zgn. kasgeldlimiet. Het kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar. Voor 2026 komt het kasgeldlimiet voor Stein neer op:
Berekening kasgeldlimiet 2026 bedrag (x € 1.000 ) | ||
(a) Omvang van de programmabegroting per 1/1/2026: Toegestane kasgeldlimiet voor 2026 (a) x (b): | € 91.717 | |
|---|---|---|
De kasgeldlimiet wordt aan het begin van het jaar vastgesteld. De kasgeldlimiet bedroeg de afgelopen jaren:
Jaar | Kasgeldlimiet (x € 1.000 ) |
|---|---|
2022 | 5.633 |
Als de liquiditeitspositie een vlottende schuld vertoont die groter is dan de kasgeldlimiet, leidt dit tot het aflossen c.q. het consolideren van kort geld door aantrekken van vaste geldleningen. De wet Fido geeft aan dat in de financieringsparagraaf van de begroting informatie over de liquiditeitspositie opgenomen dient te worden. Dit is de gemiddeld netto vlottende schuld minus de gemiddeld vlottende middelen in relatie met de kasgeldlimiet. In onderstaande tabel is deze informatie opgenomen:
Periode | Netto vlottende schuld - /-overschot vlottende middelen | Kasgeldlimiet | Overschrijding | Onderschrijding |
|---|---|---|---|---|
3e kw 2024 | 1.486 | 7.106 | 5.620 | |
4e kw 2024 | -294 | 7.106 | 7.400 | |
1e kw 2025 | 4.777 | 7.304 | 2.527 | |
2e kw 2025 | 7.426 | 7.304 | 122 |
Renterisico op vaste schuld
De renterisiconorm heeft als doel de leningportefeuille van decentrale overheden te behoeden voor een onverantwoord grote gevoeligheid voor rentefluctuaties. Met deze norm wordt het renterisico op leningen met een looptijd langer dan 1 jaar (vaste schuld) inzichtelijk gemaakt. Het doel van deze norm uit hoofde van de wet Fido is te voorkomen dat bij herfinanciering van de leningen bij (aanzienlijk) hogere rente grote schokken optreden in de hoogte van de door de gemeente te betalen rente. Dus hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor rente schokken bij herfinanciering. Een wijziging in de rentestand werkt daardoor vertragend op de rentelasten en rentebaten in enig jaar. Deze norm houdt in dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Uit onderstaande berekening blijkt dat de komende vier jaar het renterisico ruim binnen de norm blijft.
Berekening ( x € 1.000)
Stap | Variabelen Renterisico(norm) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
(1) (3) (4) (5a) | Renteherziening Renterisico (1+2) Renterisiconorm* Ruimte onder renterisiconorm | 0 3.902 18.343 14.441 | 0 3.102 18.343 15.241 | 0 2.952 18.343 15.391 | 0 2.952 18.343 15.391 |
* Berekening renterisiconorm:
Begrotingstotaal 2026 € 91.717 x 20% = € 18.343
Liquiditeitenrisico
Dit zijn risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en de meerjareninvesterings-planning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. Momenteel wordt in de financieringsbehoefte voorzien met financieringsvormen die absoluut gezien de laagste rente hebben.
Koersrisico’s
Dit is het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. De financiële vlottende activa van de gemeente omvatten rekening-courant gelden, kasgelden en deposito’s. De vaste financiële activa bestaan enerzijds uit aandelenbezit en deelname in gemeenschappelijke regelingen, aan derden verstrekte leningen en beleggingen in een garantiefonds. Een specificatie van het aandelenbezit van de gemeente Stein is opgenomen in de paragraaf verbonden partijen.
Debiteurenrisico’s
Dit betreft het risico dat vorderingen op debiteuren niet kunnen worden geïnd en afgeboekt moeten worden. Ter afdekking van mogelijk oninbare vorderingen van debiteuren is de voorziening dubieuze debiteuren gevormd. De voorziening dubieuze debiteuren sociale zaken is als buffer gevormd voor debiteuren die niet aan hun verplichtingen voldoen.
Liquiditeitenontwikkeling
In onderstaande tabel is de liquiditeitenontwikkeling van de gemeente Stein meerjarig in beeld gebracht.
( x € 1.000 ) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|
Kasstroom uit operationele activiteiten | ||||
Begrotingssaldo | 2.055 | 2.411 | 1.197 | 1.553 |
Afschrijvingen | 5.661 | 6.218 | 6.863 | 7.234 |
Mutaties reserves | -1.668 | -635 | -677 | -591 |
Mutaties voorzieningen | -548 | 219 | -505 | 221 |
Kasstroom uit investeringsactiviteiten | ||||
Vermeerderingen investeringen | -22.103 | -26.570 | -15.728 | -3.002 |
Kasstroom uit financieringsactiviteiten | ||||
Geldleningen opnamen/aflossingen | -3.902 | -3.102 | -2.952 | -2.952 |
Ontwikkeling liquiditeiten | -20.505 | -21.459 | -11.802 | 2.463 |
